Beschrijving van de diversiteit binnen de groeperingen.

Een daklozen of hoe ze genoemd worden, een ‘zwerver’. Iemand die op straat rondzwerft en bedelt voor geld of zoekt naar eten in vuilnisbakken. Het liefst blijven de meeste mensen ver uit hun buurt en willen ze het liefst niet in contact of aanraking komen met deze mensen. Volgends vele zitten ze namelijk aan de drank of ze gebruiken drugs en daarom kun je ze het beste links laten liggen. Kom maar beter niet in hun buurt, want ze stinken immers en wassen zich dus nooit.

Dit is het stereotype beeld, dat mensen hebben van dak of thuislozen. Dak of thuislozen is een doelgroep dat heel divers is. Er zijn namelijk tal van redenen, waarom iemand dak of thuisloos is. Ook is er een verschil tussen iemand die dakloos’ is en iemand die thuisloos is. Want wanneer is er iemand dak of thuisloos?

Daklozen:

“Een dakloze is iemand die niet over een eigen woongelegenheid beschikt, die niet de middelen heeft om daar op eigen kracht voor te zorgen en daardoor geen verblijfplaats heeft of tijdelijk in een tehuis verblijft, in afwachting dat hem een eigen woongelegenheid ter beschikking wordt gesteld" .

Maar daklozen kunnen we weer herindelen in 2 groepen: feitelijk daklozen en residentiële daklozen.

Feitelijk daklozen zijn personen die van een kortdurend verblijf in een laagdrempelige opvangvoorziening gebruik maken of tijdelijk een onderkomen hebben bij familie, vrienden of kennissen. Deze laagdrempelige opvangvoorzieningen worden meestal maar  nachten per jaar gebruikt door feitelijke daklozen. (Biesma, 2008).

Residentiële daklozen zijn personen die als bewoner ingeschreven zijn in een  24–uurs woonvoorziening. Deze woonvoorziening zorgt voor maatschappelijk opvang, begeleiding en zorgverlening. Het verblijf in zo’n woonvoorziening is tenminste 6 maanden lang (Werkgroep OGGZ, 2009).

Thuislozen:


Een thuislozen is iemand die zijn sociale netwerken, zijn “thuis”, verloren heeft. Hij/ zij heeft geen familie meer of verliest de banden met zijn familie. Daarbij verliest hij ook andere contactpersonen en verliest zo al zijn/haar verbindingen die enige betekenis voor hem/haar had (VVSG, 2013). Deze personen gebruiken vaak het postadres van de hulpinstelling waar hij/zij in verblijft (Klientenraad, 2014).

Bij thuislozen  kunnen we ook weer een onderverdeling in maken: tijdelijke thuislozen en chronische thuislozen.

Tijdelijke thuislozen komt vaak voor bij jongeren, mishandelde vrouwen en gedupeerden van uithuiszetting. Bij deze personen zijn er veel tot alle banden met familie, vrienden en kennissen verbroken. Maar er zijn wel nog aangrijpingspunten zoals voorzieningen van welzijnwerk die deze personen nog kan helpen bij hun herstel van zichzelf en hun banden.
Chronische thuislozen komt vaak voor bij circuitgasten, langdurig zwervers en kartonslapers. Hier zijn de banden met familie, vrienden en kennissen ook verbroken. Het verschil tussen chronische en tijdelijke thuislozen is dat de chronische thuislozen zo ver afglijden in het leven en steeds meer in de problemen komen dat herstel niet meer mogelijk is (Steunpunt, 2014).

Tachtig procent van de dak-en thuislozen heeft psychische problemen, waarvan een behoorlijk deel een persoonlijkheidsstoornis. Daarnaast is er ook een groep van rond de tachtig procent die een verslavingsachtergrond heeft. Ook zijn er mensen die drugsverslaafd zijn en schizofreen of een antipersoonlijkheidsstoornis hebben en verslaafd zijn aan alcohol of gokken. Dit maakt de doelgroep dan ook zo divers en complex.(ontmoeting)

Dak- en thuislozen met een detentieverleden hebben vaak een verslavingsprobleem. Als ze tijdens en na hun detentie geen goede begeleiding krijgen, vallen ze vroeg of laat terug in het oude patroon en komen weer in de gevangenis. De overstap van de gevangenis naar de maatschappij is veelal te groot. In het verleden hebben ze niet geleerd verantwoordelijkheid te dragen. Bovendien hebben ze onvoldoende vaardigheden aangeleerd om zich in de maatschappij staande te kunnen houden en weten ze vaak niet hoe ze voor zichzelf moeten zorgen. (ontmoeting)

Als er geen goede opvang is, gaan deze mensen na detentie meestal weer terug naar hun oude ‘vrienden’ en vallen vaak weer terug in hun criminele verleden. Ze komen terecht in een vicieuze cirkel van thuisloosheid, verslaving en criminaliteit. Bovendien heeft de maatschappij vooroordelen ten aanzien van mensen die in detentie hebben gezeten. Ze komen niet gemakkelijk van het stempel ‘bajesklant’ af. Het is bijvoorbeeld moeilijk om een baan en een woning te vinden.







Bronnen


Klientenraad (2014). 340 Dak- en Thuislozen. Geraadpleegd op 12 mei op http://www.klientenraad.com/Beleidsregels-bijstandsuitkering-Utrecht/340-dak-en-thuislozen.html

Kluwer Schulinck (2014). U bent dak- of thuisloos.  Geraadpleegd op 14 mei op http://www.rechtopbijstand.nl/inhoud?pid=8

Palier (2013). Wat is een Daklozenuitkering?  Geraadpleegd op 14 mei op http://www.geldzorgenondercontrole.nl/mjd/Detailpagina/76273/68554/Wat-is-een-Daklozenuitkering.html

Steunpunt (2010). Feiten en Cijfers. Geraadpleegd op 12 mei 2014 op http://www.armoedebestrijding.be/cijfers_daklozen_voetnoot.htm

UWV (2014). WWB-uitkering. Geraadpleegd op 14 mei op http://www.wwb-uitkering.nl/Hoofdpagina

ontmoeting. (n.d.). Informatie over dak- en thuislozen (3). dak en thuislozen , 1.